Voeding

Algemeen

De gezondheid van onze vogels is direct verbonden met het voedsel dat we verstrekken. Vogels in de vrije natuur volgen de cyclus van de seizoenen en eten datgene dat er in een bepaald jaargetijde beschikbaar is. De voedingsstoffen zijn dan volledig in overeenstemming met de behoefte op dat moment. ‘s Winters zijn er voornamelijk droge zaden aanwezig waarin de vetten zich hebben geconcentreerd. Hieruit wordt voldoende verbrandingsenergie geput om de winter door te komen. In het voorjaar komen er gaandeweg meer insecten beschikbaar. Hierdoor stijgt het eiwitaandeel in het dagelijkse rantsoen. Dit heel belangrijk om de vogels in broedconditie te brengen. Bomen die in de knop komen, zaden die ontkiemen en groene planten bevatten veel vitaminen, hormoon precursors en aminozuren, die de vogels aanzetten tot broeden.

Het is een illusie dat we in een volière ooit de natuur volledig kunnen nabootsen wat betreft de voeding. Maar de kennis op het gebied van vogelvoeding is de laatste 15 jaar enorm verbeterd. Dierentuinen, universiteiten en leveranciers hebben veel onderzoek gepleegd naar de juiste voeding. Toch is het zo dat als je tien vogelhouders zou vragen wat ze hun vogels te eten geven dat er dan tien verschillende antwoordengegeven worden. Ook willen sommige leveranciers het magische middel aansmeren (kruiden, vitaminen, mineralen etc.) en dan is er ook nog de permanente discussie over het wel of niet verstrekken van levend voer. Ik wil in het geheel niet voor anderen uitmaken wat goed en wat fout is. Ik kan de lezer alleen maar deelgenoot maken van mijn eigen ervaringen en precies vertellen hoe mijn voederplan er uit ziet. Een opmerking echter vooraf. Ik hou niet van tovermiddelen. Volgens mij bestaan ze ook niet. Overdosering van vitaminen en mineralen is net zo slecht als deficiëntie. Probiotica worden door mij met belangstelling maar argwanend bekeken. Er is veel onderzoek gedaan naar de gunstige werking van probiotica bij de mens. Voor elke wetenschappelijke studie die er een gunstig effect aan toeschrijft zijn er even zoveel die in het onderzoek geen effect hebben kunnen constateren. Het is moeilijk om bacteriën met probiotische eigenschappen in leven te houden op een niveau waarbij nog een effect verwacht zou kunnen worden. Een recent uitgevoerd onderzoek naar zuivelproducten met probiotische flora gaf als uitkomst dat de niveaus in deze producten laag tot zeer laag was. Als we er dan nog van uitgaan dat deze flora het werk moet doen in de darmen (en dus de maag nog moeten passeren) dan ben ik er niet van overtuigd dat de aantallen voldoende zullen zijn om nog een effect te hebben. Ik ken ook geen enkel onderzoek bij vogels dat op een wetenschappelijke verantwoorde manier is uitgevoerd dat onomstotelijk een gunstig effect laat zien. Een ding! Wanneer u goede ervaringen hebt met een bepaalde voedingsmethodiek. Als u echt gemerkt hebt dat bij het verstrekken van bepaalde middelen de vogels gezonder zijn, beter broeden of een betere kleur hebben, verander er dan niets aan door datgene wat u hier leest. Eigen ervaring is veel waardevoller dan wat in de boekjes staat of in dit geval van het Internet kan worden gehaald.

Ik geef aan mijn Europese cultuurvogels nooit levend voer. Ook niet in het broedseizoen. Ik verstrek in het broedseizoen wel een mengsel van eivoer en insecten. Deze insecten zijn uit de diepvries al dan niet door mijzelf ingevroren na te zijn gekookt.

Na aanvankelijk zelf mijn zaadmengsel te hebben samengesteld ben ik nu overgeschakeld op het mengsel zoals dat door Jos Dircks aan zijn goudvinken gegeven wordt. Dit kant en klare mengsel kan bij Jan Koenings, Dorpsstraat 34 Bakel worden besteld.

Het voedingsplan is er op gericht dat de vogels alles wat verstrekt wordt ook daadwerkelijk opeten. Alleen dan kan je er van uitgaan dat er een goede balans is tussen eiwit vet koolhydraten, vitaminen en mineralen. Geef je te veel dan zullen de vogels het lekkerste er uit pikken en dan ontstaat er onbalans. Ik geef het mengsel elke dag ‘s –morgens. Voor goudvinken is dit ongeveer 7 gram per vogel (’s-Winters een klein beetje meer). Eivoer geef ik gedurende het hele jaar. In de winter om de drie dagen. In het voorjaar elke dag als voorbereiding op het broedseizoen. Dit eivoer is dan gemengd met wat diepgevroren besjes van de vuurdoorn, wat insecten en een lepeltje gekiemd zaad.

Ik geef het voer op vaste tijden. Wanneer vogels gewend moeten worden aan eivoer dan geef ik dat ‘s morgens vroeg rond een uur of zeven. In de middag geef ik dan nog wat zaad zo rond halfvijf. Wanneer vogels niet gewend zijn aan eivoer en zaad en eivoer worden tezamen gegeven dan bestaat er een grote kans dat het eivoer blijft liggen. Naast eivoer en zaad geef ik ook regelmatig fruit (voornamenlijk appel, bessen (vlier of vuurdoorn uit de diepvries wanneer ze niet beschikbaar zijn) geraspte worteltjes en verschillende soorten bladgroenten (witlof, sla andijvie). Ik geef nooit bladgroente wanneer het de hele dag regent. Ik heb de indruk dat dan de kans of dunne ontlasting toeneemt. Dit is een gevoel dat in de loop van de tijd is ontstaan. Een echt logische verklaring heb ik hier niet voor. In het voorjaar en zomer geef ik soms ook wat onkruid uit eigen tuin. Herderstasje, zuring en vogelmuur worden heel graag gegeten. Bij alles geldt, overdaad schaadt. Er zijn meer vogels doodgegaan van te veel dan van te weinig voer.
Als er jongen zijn volg ik een heel ander schema.


Goudvinken kunnen erg vertrouwd worden. Ze komen dan graag naar het gaas voor een lekker hapje

De samenstelling en bereiding van het eivoer.

Eivoer neemt een belangrijke plaats in het totale voedingspakket van de Europese cultuurvogels. De zaadmengeling, die we doorgaans gebruiken hoe goed en gevarieerd ook van samenstelling, kan nooit alle essentiële voedingsstoffen bevatten die een vogel in de vrije natuur tot zich neemt. Het eivoer biedt dan de mogelijkheid om dit gemis te compenseren door deze voedingsstoffen er aan toe te voegen. Zaad, eivoer, insecten en eventueel groenvoer moeten tezamen een uitgebalanceerde voeding vormen, waar alle essentiële nutriënten aanwezig zijn. De samenstelling van het eivoer moet dan ook gebaseerd zijn op wat er nog meer aan de vogel aan voedingsstoffen wordt verstrekt.

Goed eivoer is dus onmisbaar voor de kweek van Europese cultuurvogels. In een ei zit eigenlijk alles in dat een vogel nodig heeft.

Formaat van het ei
gewicht plus de schaal
Energie eiwit
(g)
koolhydraten
(g)
suikers
(g)
vet
(g)
verzadigd vet
(g)
vezel
(g)
natrium
(mg)
kJ kcal
Per 100g 612 147 12.5 sp sp 10.8 3.1 sp 140
Zeer groot
(76g)
416 100 8.5 sp sp 7.3 2.1 sp 95
Groot
(68g)
370 89 7.5 sp sp 6.5 1.9 sp 84
Medium
(58g)
318 76 6.5 sp sp 5.6 1.6 sp 73
Klein
(48g)
263 63 5.4 sp sp 4.6 1.3 sp 60


Formaat van het ei
gewicht plus de schaal
Calcium
(mg)
fosfor
(mg)
ijzer
(mg)
Zink
(mg)
Jodium
(ug)
Vit. A
(ug)
Vit. D
(ug)
Riboflavine
(mg)
Vit. B12
(ug)
Folate
(ug)
Per 100g 57 200 1.9 1.3 53 190 1.75 0.47 2.5 50
Zeer groot
(76g)
39 134 1.3 0.9 36 129 1.17 0.32 1.7 34
Groot
(68g)
34 121 1.1 0.8 32 115 1.06 0.28 1.5 30
Medium
(58g)
30 104 1.0 0.7 28 99 0.91 0.24 1.3 26
Klein
(48g)
25 86 0.8 0.6 23 82 0.75 0.20 1.1 22


Hierin kan een kiem uitgroeien tot een levensvatbare vogel, die conditie genoeg heeft om zonder hulp de schaal open te breken en het ei te verlaten. Zoals eerder gezegd, ik maak mijn eivoer in bulk en vries het daarna in.

De samenstelling voor Europese cultuurvogels is:

  • 30 eieren (groot ca 50 gram)
  • 1 ½ pak CEDE eivoer
  • Cometaves (fabrikant aanbevolen dosering)
  • Megabactin (fabrikant aanbevolen dosering)
  • Megabactol (fabrikant aanbevolen dosering)
  • 3 volle theelepels Spirulina

Voor andere vogels bijvoorbeeld kanaries en parkieten wordt volstaan met eieren en CEDE.

De eieren worden "au bain Marie" in een pan al roerend met een garde op een matig vuur tot een rulle massa verwerkt. Het is beslist noodzakelijk om dit in een Tefal pan te doen, tenzij het je hobby om aangebrande pannen uit te schuren. Per 30 eieren wordt nu 1500 gram CEDE eivoer ingemengd en na te zijn afgekoeld wordt Cometaves,


Megabactin en Megabactol volgens de aanbevolen dosering toegevoegd. Alle drie de producten zijn bij de firma Comed in Belgie te bestellen.Het is essentieel dat het mengsel goed homogeen is. Dit kan heel goed bereikt worden met een (staaf)mixer, die met korte tussenposen in het mengsel wordt aangezet. Vervolgens worden porties in een plastic zak ingevroren. Voor het gebruik goed ontdooien en de zak nog even kneden om de eventuele klontjes fijn te maken.Mijn vogels nemen dit graag op. Wanneer eivoer naast het zaad wordt gegeven, beginnen ze als eerste met het eivoer. In de kweekperiode, tijdens het grootbrengen van de jongen wordt het eivoer voor de goudvinken aangevuld met pinky's, buffalow wormen, soms meelwormen en gekiemd zaad. Alle insecten en het kiemzaad zijn uit de diepvries.Wanneer anderen de zorg voor de vogels waarnemen wordt het hele mengsel vanuit de diepvries verstrekt. Voor degenen, die voor de vogels zorgen tijdens je afwezigheid is dit een stuk makkelijker. Ook ben je er zeker van dat het voer de juiste samenstelling heeft.Het eivoer wordt maximaal drie dagen in de koelkast bewaard.

Gekiemd zaad

Veilig kiemzaad maken

Door de meeste kwekers wordt, in combinatie met eivoer en insecten, kiemzaad gebruikt voor de kweek van Europese zaadeters. Gekiemd zaad is rijk aan essentiële vetzuren, bevatten licht verteerbare koolhydraten en vitaminen. Met name vitamine B komt in een hoge concentratie voor. Naast het feit dat het een gezond voedsel is voor de nest jongen, vergemakkelijkt het de overstap van zacht voedsel naar zaad. Bovendien eten volwassen en jonge vogels het gekiemd zaad graag. Het aanbieden van gekiemd zaad onder het eivoer bevordert ook dat het eivoer beter wordt opgenomen. Het verstrekken van gekiemde zaden is daarom sterk aan te bevelen.

Bij het zelf samenstellen van kiemzaad is het van belang, dat zaden gekozen worden met een bijna gelijke kiemsnelheid. Ook is de versheid en zuiverheid (afwezigheid van stof) van het zaad van groot belang. Men spreekt van gekiemd zaad als er kleine witte puntjes gevormd zijn op de kiemplek van het zaad. Het is daarom belangrijk het kiemproces tijdig te stoppen. Indien men het kiemproces laat voortduren en de kiem groeit uit tot een stengeltje, gaan belangrijke nutriënten verloren en kan men hooguit nog spreken van groenvoer.

Naast het feit dat gekiemd zaad een waardevolle aanvulling is op het menu van onze vogels, is het gebruik van gekiemd zaad niet helemaal zonder risico. Net als bij andere onbewerkte producten uit de landbouw, hebben zaden een hoge microbiële belasting. Tijdens de groei, het oogsten en droogproces vindt er continue besmetting met micro-organismen plaats. Aanraking met de (besmette) grond, knaagdieren, insecten en opslag onder niet ideale omstandigheden dragen er toe bij dat de hoeveelheid micro-organismen oploopt tot een aantal miljoenen per gram zaad. Een zaadje dat onbeschadigd is, is van binnen steriel. De besmetting bevindt zich dus geheel aan de buitenkant. Bij goed gedroogde zaden kunnen, micro-organismen zich niet vermeerderen, want er is immers vocht nodig om te kunnen groeien. Dit verandert drastisch als we water toevoegen om het kiemproces te starten. De micro-organismen, die van nature op het zaad voorkomen, kunnen dan snel gaan groeien, omdat aan alle drie de belangrijke factoren voor microbiële groei is voldaan namelijk vocht, warmte en aanwezigheid van nutriënten. Wanneer het kiemproces klaar is, heeft er een significante toename van het aantal micro-organismen plaatsgevonden. Tussen deze micro-organismen kunnen er ook bij zijn, die de vogel ziek kunnen maken. Escherichia coli de veroorzaker van zweetziekte of natte nesten en Salmonella (salmonellose), kunnen in gekiemd zaad voorkomen. In de afgelopen periode heb ik onderzoek gedaan naar de besmettingsgraad van het gekiemd zaad en ook op welke wijze we de microbiële groei tijdens het kiemen kunnen beïnvloeden. Van bacteriën is het bekend dat een verlaging van de pH het groeiproces vertraagt of zelfs helemaal stillegt.

Een illustratie hiervan zijn de onderstaande groeikarakteristieken van een aantal bacteriën bij een neutrale pH en onder aangezuurde omstandigheden.

Escherichia coli

pH 7.2

pH 4.5

Lagfase *

3.3 uur

7.4 uur

Verdubbelingstijd

0.6 uur

1.5 uur

Tijd om een factor 1000 te groeien

9.4 uur

22.1 uur


Yersinia enterocolitica

pH 7.2

pH 4.5

Lagfase *

2.1 uur

26.1 uur

Verdubbelingstijd

0.6 uur

1.3 uur

Tijd om een factor 1000 te groeien

8.4

56.4 uur


*De lagfase is een fase in het groeiproces waarbij er geen vermeerdering plaatsvindt. Het micro-organisme is bezig zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Hoe ongunstiger het milieu is, hoe langer het duurt voordat het organisme begint te groeien.

Bovenstaande getallen geven duidelijk aan dat de invloed van het aanzuren van het substraat enorm is. Bij een lage pH (4.5) duurt het niet alleen langer voordat bacteriën beginnen te groeien, maar ze groeien ook nog veel langzamer.

Om te kunnen nagaan of er ook een gunstige werking van het aanzuren van het water op het kiemproces, werd de volgende proef uitgevoerd:

25 gram van een commercieel verkrijgbaar kiemzaad aangevuld met katjang- itjoe (kleine sojaboontjes) werd in 120 ml puur leiding water gebracht. Dezelfde hoeveelheid zaad werd in 120 ml water gebracht dat was aangezuurd met appelazijn . De concentratie appelazijn bedroeg 20 ml per liter water, hetgeen een pH oplevert van 4.1. Na goed te zijn doorgeroerd werden beide testmonsters gedurende 8 uur bij kamertemperatuur weggezet. Hierna werden de monsters micro-biologisch onderzocht op het totaal aantal micro-organismen en E.coli (3M Petrifilm). Na twee dagen werden de tests afgelezen en een schatting gemaakt van het aantal micro-organismen in elk monster.

In het niet aangezuurde monster had een dusdanige groei plaatsgevonden dat de testplaat niet telbaar was. Een schatting was enkele miljoenen bacteriën per ml water. Het aangezuurde monster bleek een significant lager aantal bacteriën te bevatten ongeveer 1000 per ml. In de E. coli test waren beide monsters negatief, hierbij moet aangetekend worden dat door gebrek aan een incubator, de test bij kamertemperatuur had plaatsgevonden, maar eigenlijk bij 37 °C had moeten gebeuren.

De conclusie die uit dit experiment getrokken kan worden is dat het aanzuren van water tijdens het weken van de zaden de ontwikkeling van micro-organismen significant remt. Hierdoor hebben de zaden een veel lagere besmetting als we met het kiemproces beginnen. Ook is nagegaan of het aanzuren invloed heeft op de ontkieming zelf. Nadat de zaden waren gekiemd, is van elk een monster genomen en beoordeeld. Hier waren geen verschillen waarneembaar In beide gevallen was ~ 85% van de zaden gekiemd.

Mijn kiemproces stap voor stap

1. Zaden 8 uur weken in water waar 20 ml appelazijn per ml is toegevoegd
2. Uitgieten op keukenzeven en onder een harde straal goed uitspoelen
3. Bovenstaande wordt minimaal 5 maal per dag herhaald
4. Nadat er kleine witte puntjes zichtbaar zijn wordt een laatste spoeling gedaan
5. Hierna worden de zaden goed uitgeschut om het overtollige water te verwijderen
6. Op een dikke laag kranten wordt keukenpapier gelegd en de zaden worden gelijkmatig verdeeld
7. Een aantal keren worden de zaden omgeschept
8. Na ongeveer een uur zijn de zaden redelijk droog en worden op keukenpapier op een aantal bakblikken in de vriezer geplaatst. Het is belangrijk de bakblikken niet te vol zijn en de zaden zo min mogelijk aanhangend water hebben.
9. Na te zijn ingevroren worden de zaden voorzichtig losgemaakt en in Tupperware doosjes in de vriezer bewaard. Op deze manier kunnen de zaden lang worden bewaard zonder dat er bederf of kwaliteitsverlies optreedt.


Indien men gekiemd zaad verstrekt, is het belangrijk dat dit op een hygiënische manier gemaakt wordt. Kiemzaad maken is niet moeilijk. Toch kan dit een bron van infectie zijn als dit niet zorgvuldig gebeurt, zeker wanneer kiemzaad gemengd met eivoer wordt verstrekt. Het is in de eerste plaats belangrijk om goed kiemzaad te kopen. Het moet vers en schoon zijn en snel en tegelijkertijd kiemen. In mijn kiemproces wordt het zaad in ruim water, waaraan appelazijn (20 ml/liter) is toegevoegd, gedurende acht uur weggezet. Dit is om het zaad voldoende vocht te laten opnemen om te ontkiemen. Door toevoeging van de appelazijn wordt de pH-waarde verlaagd en kunnen bacteriën zich niet ontwikkelen. Hierna wordt het zaad in een grote keukenzeef gedaan en zorgvuldig onder de kraan uitgespoeld. Gedurende het kiemen blijft het zaad in de zeef, waarin het een aantal malen per dag onder koud stromend water goed wordt uitgespoeld. Het kiemen gebeurt bij kamertemperatuur (20-22 °C). Het zaad mag beslist niet in de zon staan. Al gauw verschijnen er witte puntjes. Het zaad is dan eigenlijk al klaar voor gebruik. Laat het niet verder ontkiemen, want dan ontstaat groenvoer en gaat de voedingswaarde snel achteruit. Als het kiemproces voltooid is, wordt het zaad voor de laatste maal grondig uitgespoeld. Nadat het overtollige water er uitgeschud is, wordt het geheel uitgespreid op een aantal lagen keukenrol. Zachtjes wordt nu de bovenkant gedept, totdat het aanhangende water is verdwenen. Desnoods kan het zaad nog een keer op een nieuwe laag keukenrol worden overgebracht om verder te drogen. Het kiemzaad kan nu in de koelkast enkele dagen worden bewaard. Het is ook mogelijk om het gekiemde zaad in te vriezen. Neem daarvoor een bakblik waarop een laag keukenpapier is uitgespreid. Verdeel hierop het zaad in een dunne laag. Als het zaad ingevroren is wordt het voorzichtig losgemaakt en overgebracht in een diepvriesbakje. Op deze wijze heeft u op elk moment vers gekiemd zaad ter beschikking.




Onkruidzaden en groenvoer

Europese cultuurvogels nemen graag rijpe en halfrijpe onkruidzaden op om aan de jongen te voeren. Hierdoor wordt de overgang naar hard zaad vergemakkelijkt. Bovendien bevatten onkruidzaden stoffen die goed zijn voor de ontwikkeling van de jonge vogel. Wees kritisch waar u de planten oogst. Vermijd bermen langs drukke wegen vanwege de verontreiniging van de auto's. Mijd ook velden waar honden worden uitgelaten i.v.m. het overbrengen van ziekten (wormen). Let ook op of er niet is gespoten met een onkruidbestrijdingsmiddel. Bij twijfel, niet oogsten. De kruiden zijn een belangrijke aanvulling op het menu, maar verstrek ze alleen wanneer de kwaliteit in orde is. De onkruiden verstrek ik zodra ze beschikbaar zijn. In aanmerking komen o.a. herderstasjes, vogelmuur (met mate), weegbree, paardenbloemen, zuring, distels en bijvoet. Geef ze zo vers mogelijk. Sommige halfrijpe zaden, zoals paardenbloemknoppen, kunnen in de diepvries worden bewaard. Ook voor groenvoer geldt dat dit met mate moet worden verstrekt. Met af en toe een stukje wortel, broccoli of boerenkool doet u de vogels veel plezier.


Essentiele supplementen

Maagkiezel, grit, sepia, houtskool, roodsteen, algen en zeewier.

Zaadeters, insecteneters en alleseters hebben behoefte aan ‘maagsteentjes’, om voedsel te vermalen en net als elk ander levend wezen hebben ze behoefte aan mineralen en sporelementen.Voor de opkomst van het fraai witte schelpenzand als bodembedekking werd scherpmetselzand als bodembedekking gebruikt. Hierin vonden de vogels ook kleine, scherpe kwartsbrokjes. Deze scherpe, harde steentjes dienen als maalsteentjes in de spiermaag van voornamelijk zaadetende vogels. Ze bevorderen het vermalen van het voedsel waardoor het voedsel beter wordt benut. Het bekende schelpenzand is daarvoorminder geschikt omdat het te fijn is. Men kan zich afvragen waarom schelpenzandleveranciers aan het witte bodemzand wel fijngemalen oesterschelpen toevoegen en nieteen klein beetje maagkiezel. Een zaadetende vogel zou daarmee meer gebaat zijn! Er zijn enkele firma’s die gebroken maagkiezel voor kleine en voor grote vogels in de handel brengen.. Geef maagkiezel, eventueel vermengd met mineralen, in een apartbakje zodat de vogels er naar believen van kunnen pikken.

Het voer voor Europese insectenetende vogels

Net zoals voor de Europese zaadeters hebben veel kwekers hun eigen voederwijze en voersamenstelling ontwikkeld. De drie basisbestanddelen van een goede voeding zijn:

• Universeelvoer

• Eivoer

• Insecten

Universeelvoer en eivoer kunnen dagelijks of afwisselend worden gegeven. Insecten (diepvries of levend) moeten natuurlijk ook dagelijks op het menu staan. Voor een aantal soorten ook ’s winters, dit in tegenstelling tot de zaadeters. Het verschil zit hem in het feit dat veel insecteneters trekvogels zijn die ook in de rustperiode in warmere streken insecten tot zich kunnen nemen. Veel soorten zullen in de rustperiode ook ander voedsel tot zich nemen. Bessen, boomknoppen, rozenbottels en groenvoer worden door bepaalde vogels graag gegeten, soms ook de zaden. De baardman schakelt bijvoorbeeld in de winter geheel over op (riet)zaad. Niet alle insecteneters nemen meteen universeelvoer op en moeten hieraan worden gewend. Geef elke dag een portie universeelvoer, desgewenst kunt u er wat insecten onder mengen om het aantrekkelijk te maken. De voeding van insecteneters is wat gecompliceerder dan die van zaadeters. U moet altijd over een voldoende voorraad insecten beschikken, levend of in de diepvries. Het geven van diepvriesinsecten heeft een aantal voordelen. Er is een ruim assortiment beschikbaar, zodat u kunt variëren en altijd een voorraad kunt hebben. Deze voedseldieren zijn onder gecontroleerde omstandigheden gekweekt, kiemvrij gemaakt en snel ingevroren. Uiteraard hangt er wel een prijskaartje aan. Ook hebben deze voedseldieren, omdat ze voornamelijk gekweekt worden op graanproducten, niet de ideale samenstelling wat betreft het calciumgehalte en vitamines. U zult dit tekort moeten aanvullen met een geschikt strooipoeder. Ook bij gekochte levende voedseldieren geldt het probleem dat ze nog niet zonder meer geschikt zijn om aan uw vogels te geven, omdat ze op een te eenzijdige samenstelling zijn gekweekt. U zult ze moeten houden op een voedingsbodem die stoffen bevat, waardoor de voedingswaarde wordt verhoogd en de insecten in leven blijven.

Het verrijken van voedseldieren (bron werkgroep Am. Sijzen)

Meelwormen kunnen vrij eenvoudig worden verrijkt, waardoor de voedingswaarde voor de vogels stijgt.Nadat we de wormen na aankoop twee dagen hebben laten hongeren, bieden we een mengsel aan van:

125 gram fijn gemalen gedroogd brood (of beschuitmeel)

125 gram (blad)groenten (boerenkool, broccoli, vogelmuur of bladeren van de paardenbloem en brandnetel)

15 gram krijt

Multi vitamine (volg aangegeven dosering)

Bovenstaand mengsel moet gedoseerd worden aangeboden. De verrijkte meelwormen kunnen na blancheren (verhitten bij 80 °C) worden ingevroren

In de handel zijn er ook verschillende soorten strooipoeders verkrijgbaar die het vitamine- en calcium tekort aanvullen. Dit poeder hecht zich echter zeer slecht aan de huid van het insect, waardoor de vogel er maar weinig van binnen krijgt. U kunt dit verbeteren door de insecten te behandelen met een kleine hoeveelheid eetbare olie. De insecten worden in een afsluitbare bus of zak gebracht, waarna er een kleine hoeveelheid olie wordt gedoseerd. Zonnebloemolie is hiervoor goed geschikt. Door de zak of de bus enige tijd te schudden wordt de huid van het insect met een dunne oliefilm bedekt. Het poeder zal hierdoor aan het oppervlak hechten. De meeste insectenetende vogels voeren direct vanuit de bek. Dit betekent dat als er jongen zijn u voldoende kleine insecten moet aanbieden. Diepgevroren insecten kunt u gemakkelijk met een kleine koffiemolen wat fijner malen.

Het zou te ver voeren om uitgebreid in te gaan op de voeding van individuele soorten. Bij de Speciaalclub Europese Cultuurvogels (SEC) zijn veel publicaties verschenen die hier uitgebreid op in gaan. Deze publicaties zijn te bestellen op www.info-sec.nl of telefonisch bij de secretaris.

Water

De aanwezigheid van vers water is essentieel voor de gezondheid van onze vogels. Dit geldt zowel voor drinkwater als voor badwater. Water kan de bron vormen voor talloze ziektekiemen. Schoon kraanwater aangezuurd met een geschikt zuur tot een pH-waarde van 4.1 is het beste. Dit wordt o.a. bereikt door 10 ml appelazijn per liter drinkwater toe te voegen. De reden waarvoor het water wordt aangezuurd, is dat water snel besmet raakt door voerresten en mest. Deze verontreinigingen zijn weer de voedingsbron voor bacteriën, die zich bij warm weer zeer snel in het water kunnen vermeerderen. De delingstijd van sommige bacteriën is slechts twintig minuten. Dat betekent dat wanneer we ’s morgens om acht uur beginnen met één bacterie dit er ’s middags om vier uur al meer dan een miljoen zijn. Water kan ook een ziekte van de ene vogel op een andere overbrengen. Bacteriën kunnen zich echter niet ontwikkelen in zuur milieu. Hierdoor is voor de vogel altijd water van een goede microbiologische kwaliteit beschikbaar.

Het aanzuren van drinkwater wordt door mij al meer dan vijftien jaar toegepast en ik doe dit zeven dagen per week het hele jaar door. Nooit heb ik hier enig nadelig effect op de gezondheid van de vogels kunnen waarnemen. Mijn vogels hebben praktisch nooit last van darmproblemen (natte mest). Voordat ik het water aanzuurde, kwam dat veel meer voor. Andere zuren dan appelazijn kunnen ook worden gebruikt en hebben mits de pH-waarde rond 4.1 is, hetzelfde resultaat.

Hieronder is de groei weergegeven van Escherichia coli, de veroorzaker van o.a. zweetziekte, colibacillose bij verschillende pH waarden. pH 7.2 (normaal kraanwater) 4.5 (aangezuurd met 8 ml appelazijn) 4.1 (aangezuurd met 10 ml appelazijn)

De bereikte pH-waarde is afhankelijk van de soort appelazijn die we gebruiken en de dosering kan het beste eenmalig voor een product worden vastgesteld. Bovenstaande tabel is illustratief voor het overgrote deel van de ziekteverwekkers. Lagfase en delingstijd kunnen per soort variëren, maar een pH-waarde van 4.1 geeft het water voldoende bescherming tegen alle bacteriële ziekteverwekkers. Laat u echter niet verleiden, als u het water aanzuurt, om dit niet dagelijks te verversen. Andere micro-organismen, zoals gisten en schimmels trekken zich weinig aan van de toegevoegde appelazijn. De delingstijd van deze organismen is echter veel langer, zodat we in 24 uur geen niveau bereiken, dat onze vogels ziek kan maken.


Constructie van een Hygienisch Watersysteem

De beschikbaarheid van vers water is essentieel voor de gezondheid van onze vogels. Dit geldt voor drinkwater zowel als voor badwater. Water is de bron van talloze ziektekiemen wanneer de kwaliteit te wensen overlaat. Schoon kraanwater is het beste. Sommige grote gemengde volières hebben een vijver. Dit kan aanleiding geven tot problemen. Ook zijn veel stoffen die aan de vijver worden toegevoegd om het water goed te houden schadelijk voor onze vogels.

Water raakt echter snel besmet met voerresten en mest. Deze verontreinigingen zijn weer de voedingsbron voor bacteriën, die zich bij warm weer zeer snel in het water kunnen vermeerderen delingstijd van sommige bacterien kan slechts twintig minuten bedragen. Dat betekent dat wanneer we ’s-morgens om acht uur beginnen met een bacterie dit er ’s-midags om vier uur al meer dan een miljoen zijn. Water kan ook een ziekte van de ene vogel op een andere overbrengen. Om de kans op besmetting zo veel mogelijk te beperken zijn er drinkflesjes ontwikkeld, die mits goed schoongehouden, hygiënisch en vers drinkwater verstrekken. Naast deze drinkflesjes moet ook eens per dag vers badwater worden verstrekt. Toen ik nog geen automatisch systeem had gaf ik het badwater eenaal per dag. Wel haalde ik het na ongeveer een uur weg. Alle vogels hadden dan gebaad. Omdat de beschikbaarheid van vers water gedurende de hele dag eigenlijk ideaal is, ben ik eens gaan nadenken op welke manier dit gerealiseerd zou kunnen worden. Een paar jaar geleden heb ik een prototype van een automatisch waterverversingssysteem gemaakt. Na wat experimenteren heb ik uiteindelijk het systeem verder geperfectioneerd en ik ben hier uitermate tevreden over. De kosten zijn vrij beperkt zeker als we waar mogelijk van gebruikt materiaal uitgaan.

Om zelf een systeem te bouwen zijn de volgende onderdelen nodig:

  • Een waterslot van een (oude) wasautomaat
  • Een tijdklok (1 minuut te programmeren)
  • Een roestvrijstalen schaal diameter 25 cm
  • Een roestvrijstalen schaal diameter 30 cm
  • Een afvoer voor een wasbak
  • PVC pijp
  • PVC klem voor electriciteits pijp
  • Stukjes plastic of policarbonaat
  • Slang
  • Waterdichte doos
  • Een pijpje als toevoer
  • Wat slangkoppelingen en bevestigingsmateriaal
Ga als volgt te werk:

De wateraanvoer en de regeling

  • Monteer het waterslot van de wasautomaat in de waterdichte doos
  • Boor een gat van de dikte van de aanvoerslang
  • Boor twee gaten voor de aansluiting van de slang. Meestal zijn de watersloten dubbel uitgevoerd. Men kan dus twee volières van vers water voorzien. De contacten moeten wel allebei op de netspanning worden aangesloten
  • Verbind slang met het water reservoir
  • Sluit aanvoer aan op de kraan

  • Sluit klep aan op het net via de tijdklok




Het water reservoir

  1. Maak een gat in de 30 cm RvS schaal dat groot genoeg is om de wasbakafvoer aan te sluiten. Hiervoor is technisch gereedschap nodig het gat kan ook worden gemaakt door met een ijzerboortje kleinen gaatjes te maken in een cirkel en voorzichtig met een fijn tangetje het materiaal er verder uit te knippen. De bramen moeten wel worden weggevijld
  2. Bevestig de afvoer
  3. Zaag een strookje van 10x 5 cm van hard plastic of policarbonaat. Deze worden gebruikt om de binnenschaal op de juiste plaats te houden
  4. Verwijder zoveel materiaal dat dit de ronding van de schaal volgt (zie onder)
  5. Boor gaatjes in de rand van de buitenschaal en bevestig met RvS parkers de plastic strookjes
  6. Bevestig de pvc klem met een parker op de rand van de buitenschaal
  7. Monteer aan en afvoer




Hetzelfde principe kan worden benut om een systeem te maken voor kweekboxen of kweekvolieres