Maandelijkse Mijmeringen van Manus Mus

Mannen die er toe doen

Het was vrijdagavond. Er stond een harde oostenwind. Maar gelukkig was er geen sneeuw of anderongemak. In het postduivenlokaal was het een drukte van belang. Ook in de altijd zo rustige straat redende auto's af en aan. Binnen was het warm en gezellig. Er klonk gelach, maar kennelijk werd er ook hard gewerkt. Via de achterdeur die uitkwam op het plaatsje werden de stellingen aangevoerd. "Die dingen zijn berekoud" klaagde Ad de Visser. "Geen wonder, het vriest buiten als op de Noordpool" zei ome Joop. "Wacht effe, daar heb ik wat voor", klonk een stem van achteren. "Hier pak aan" aan, van mijnbaas gekregen, zei hij met een knipoog en gooide een groot pak werkhandschoenen op de stelling. Ook in de keuken werd gewerkt. De dames de Vries, twee zussen, zwaaiden daar de scepter. Ko was het beleg in de koelkast aan het leggen, terwijl Rita in een grote pan soep stond te roeren. "Echte soep", zei ze "niet van dat waterige spul, maar met echte mergpijp en vers-gesneden runderpoulet en heerlijke balletjes. Het rook inderdaad heerlijk in de keuken. "Nu de ballen gehakt, die kunnen we alvast braden"zei Ko. De broodjes werden pas morgen gehaald bij de warme bakker, verser kan het niet.
In de zaal stond het merendeel van de stellingen al. "Waar moet de stelling voor de grote kooien" zei ome Joop. Frits de Waard keek op de plattegrond. "Die komen hier" zei hij. "Is dat niet te dicht op de nooduitgang,zodat we weer gezeur krijgen met de brandweer?” Frits schudde zijn hoofd, "Nee hoor, alles is uitgemeten, laat ze maar komen.” Vanuit het kantoor klonk een luide kreet. "Nee, hè dat zal toch niet?"Barend stormde de zaal in: "Een keurmeester te weinig mannen, de Wild zijn vrouw belde net op. Hij is vanmiddag van de steiger gevallen en heeft zijn pols gebroken. Hij is nu bij de spoedeisende hulp, en heeft er veel last van, kan dus niet komen morgen." “Hij keurt toch met zijn ogen en niet met zijn pols" bromde ome Joop. "Nou van sommigen vraag je je weleens af waarmee ze keuren" grinnikte Jan. "Ik ga er meteen achter aan" zei Barend en liet met een klap de deur van het kantoor achter zich dichtvallen."Komt wel goed", zei Frits. "Dat kan je wel aan Barend overlaten".
De telefoon ging, Jan nam op "Prima,geen enkel probleem" hoorden de anderen hem zeggen. "Op de valreep nog een inschrijver met 17 vogels” zei toen hij de telefoon had neergelegd. "Dan hebben we er 387, twintig meer dan vorig jaar
"Koffie jongens, even pauze” klonk het uit de keuken. Ko kwam met een blad met dampende koppenkoffie binnen. Er waren ook heerlijke punten zelfgemaakte appeltaart. "Roep ook even de jongens vanbuiten die met het groen bezig zijn". Dat was niet nodig, ze hadden de koffie al geroken."We lopen het af te peigeren buiten", zei Arend, "kan mijn snoeischaar haast niet meer vasthouden”.Barend kwam de zaal binnen gelopen. "Gelukt mannen, we hebben een keurmeester die de Wild kan vervangen en hij kan ook de Europese doen". Het opzetten van de show schoot al lekker op. "De groenaankleding nog, de stellingen nummeren nog even vegen en wel zijn er helemaal klaar voor. Ome Joop keek op zijn horloge. "Het wordt wel tijd" bromde hij. "Het is al bij elven en morgen moeten we ook weer om 7 uur paraat zijn om in te kooien
."Manus had even om het hoekje mogen kijken bij de voorbereiding van deze eendagsshow ergens in Nederland. Op vele plaatsen zijn mensen zoals Ome Joop, Frits en Barend en vele anderen druk in deweer geweest of moeten nog aan de bak om weer een geweldige show neer te zetten. Zonder al deze vrijwilligers, die weken in touw zijn met de voorbereiding van hun show, zou onze hobby niet mogelijk zijn. Al die mensen verdienen een grote pluim en Manus geeft hem graag.

Manus Mus